Door M.N. Boumeester - maandag 12 mei 2014
Afgelopen donderdagavond vond de tweede toerustende lezing van dit jaar plaats. De spreker was Kees van de Beek, evangelisatiepredikant te Lichtenvoorde, en zijn lezing had als thema om de ziel van de ander: hoe voer je geloofsgesprekken en hoe kunnen we de ander - christen of niet - aanspreken op zijn of haar gedrag.
Om elkaar ergens op aan te kunnen spreken, is in de eerste plaats een bepaalde verbondenheid nodig, waar binnen een kerk of op een vereniging als het goed is ook sprake van is. Maar hoe diep voelen we ons met elkaar verbonden? We hebben een bepaalde verantwoordelijkheid voor elkaar omdat we allen delen van één lichaam zijn, maar het is niet realistisch om te denken dat we met iedereen ons leven kunnen en moeten delen. Niet iedereen past even goed bij elkaar en voor geloofsgesprekken moet sprake zijn van onderling vertrouwen.
In onze gesprekken met ongelovigen hebben wij vaak de neiging om te beginnen met iemand aan te spreken op zijn gedrag: als een persoon zich aanpast en vervolgens ook nog tot geloof komt, dan hoort hij er helemaal bij. Volgens Van de Beek moet dit andersom: eerst moeten mensen zich welkom voelen, ongeacht wat ze doen of denken. Als ze er dan bij horen, komen gesprekken over het geloof vanzelf en als iemand dit begint te accepteren, zal zijn of haar gedrag ook veranderen. Belong - believe - behave.
In onze gesprekken onderling geldt eigenlijk hetzelfde. Voordat we iemand aanspreken op zijn gedrag, is er eerst een bepaalde verbondenheid nodig waarin beiden weten dat ze zondig zijn, maar gered door Christus. Het is beter elkaar aan te sporen, te bemoedigen en voor elkaar te bidden dan elkaar slechts te vermanen.
Beken elkaar uw zonden en bid voor elkaar, dan zult u genezen. Want het gebed van een rechtvaardige is krachtig en mist zijn uitwerking niet. -Jak. 5:16