Door H. van der Heide - dinsdag 31 mei 2016
Donderdag 26 mei kwam Lau Schulpen naar Enschede om een lezing te houden over de effectiviteit van ontwikkelingssamenwerking. Schulpen is als wetenschapper op het gebied van ontwikkelingshulp verbonden aan de Radboud Universiteit.
Meneer Schulpen zou antwoord geven op de vraag of ontwikkelingshulp wel effectief is. Hij kan deze vraag echter niet beantwoorden omdat het een onmogelijke vraag is. Dit komt door drie problemen: ten eerste is het niet altijd duidelijk wat het doel van de hulp is. Ten tweede is er geen overeenstemming over de vraag hoe je effectiviteit moet meten. Het laatste probleem is dat de hulpwereld ongelofelijk complex is.
Het officiële doel van ontwikkelingshulp is altijd het bijdragen aan de economie en welvaart van het ontvangende land. Er spelen op de achtergrond echter heel veel meer doelen mee: landen doen ook aan ontwikkelingshulp om een betere handelspositie te verkrijgen, om een politiek statement te maken of om een beter imago te krijgen. Als gekeken wordt naar de effectiviteit van hulp is het moeilijk te bepalen welke doelen meegenomen moeten worden. Sommige doelen zijn ook moeilijk te meten.
De bijdrage van ontwikkelingshulp kan worden gemeten op verschillende manieren. We kunnen kijken naar de input, de output, de outcome en de impact. Input is datgene wat gegeven wordt; output is dat wat gemaakt wordt; outcome is de manier waarop dat wat gemaakt is, wordt gebruikt; en impact is hoe dat het leven van mensen verandert. Als er een wc wordt gebouwd in een Afrikaans dorp is de input bouwvakkers en stenen. De output is een wc. De outcome is dat de wc ook daadwerkelijk wordt gebruikt om behoeften te doen, en niet bijvoorbeeld als opslaghok. De impact is dat mensen minder vaak ziek zijn. Input en output meten is makkelijk. Outcome meten is al moeilijker, en impact meten is bijna onmogelijk. Misschien waren mensen ook wel minder vaak ziek geworden als er geen wc was geweest.
Ontwikkelingshulp wordt steeds complexer. We krijger er steeds meer nieuwe doelen bij, denk bijvoorbeeld aan het tegengaan van klimaatverandering of het voorkomen van een financiële crisis. Deze problemen zijn wereldwijd: ook wij merken de gevolgen. Verder zijn er ook steeds meer partijen die aan ontwikkelingshulp doen. Crowdfunding wordt steeds populairder en “maatschappelijk verantwoord ondernemen” is voor steeds meer jonge bedrijven het credo. Er ontstaan ook steeds meer kleine particuliere hulporganisaties. Dit alles maakt ontwikkelingshulp steeds onoverzichtelijker.
Het is dus ontzettend moeilijk om te bepalen hoe efficiënt ontwikkelingshulp is. Toch durft Schulpen wel een gok te doen: een derde van de hulp is erg efficiënt, een derde is een beetje efficiënt en een derde is niet efficiënt of werkt contraproductief. Als laatste punt noemt hij dat hulp het beste werkt in een land waar dingen goed geregeld zijn, maar dat is tegelijk ook vaak één van de grootste uitdagingen.
Na de lezing werd de avond voortgezet op sociëteit waar nog gezellig wat werd gedronken.